klik op de witte balken om een nieuw blad te openen

Adjectives (bijvoeglijke naamwoorden)

 

een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord (noun)

Meestal staat het er voor : Jim is a clever man.

En soms ergens na het zelfstandig naamwoord: Our teacher is very clever.

Je kunt jezelf de vraag stellen: WAT VOOR ....? (Wat voor man is Jim - A clever man)

 

Adjectives (vervolg)

 

Na de volgende woorden krijg je altijd een bijvoeglijk naamwoord

be, seem (koppelwerkwoorden) feel, smell, sound, taste, look (zintuiglijke waarnemingen)

Dus: He is awful, It seems nice, It smells good, It feels soft, It tastes bad, It looks great

 

Adverbs (bijwoorden)

 

een bijwoord zegt iets over een ander woord dan een zelfstandig naamwoord

We drive very carefully. (carefully zegt iets over het werkwoord drive)

Our teacher is extremely clever.(extremely zegt hier iets over het bijvoeglijk naamwoord clever)

Je kunt jezelf de vraag stellen: HOE...? Hoe slim is onze leraar - extremely

Adverbs (vervolg)

Een bijwoord is meestal een bijvoeglijk naamwoord met -ly erachter

bad - badly, beautiful - beautifully, awful - awfully

soms hebben bijvoeglijk naamwoord en bijwoord dezelfde vorm

de belangrijkste zijn: fast, hard, high, late, low, long

soms heeft een bijwoord een heel andere vorm : good - well

He plays the piano well.

Spelling

 

Er zijn enkele spellingsuitzonderingen bij het maken van een bijwoord

-le wordt -ly : terrible - terribly , gentle - gently

-y wordt -ily : easy - easily

-ic wordt -ically : fantastic - fantastically